"O, als ik dood zal, dood zal zijn | |
kom dan en fluister, fluister iets liefs, | |
mijn bleeke oogen zal ik opslaan | |
en ik zal niet verwonderd zijn. | |
--- | |
5. | En ik zal niet verwonderd zijn; |
in deze liefde zal de dood | |
alleen een slapen, slapen gerust | |
een wachten op u, een wachten zijn." |